De generatie van Arend Jr. en Wijnanda (~1750)
Arend Wijnne Jr. (1725-1806)
Arend Wijnne, de enige zoon van Hendrik Wijnne, heeft een druk leven geleid. In eerste instantie trouwde hij in 1750 met Batje Coops en heeft een dochter Johanna (1753). Echter, zestien dagen na de geboorte van Johanna komt Batje te overlijden. Een half jaar later wordt besloten wat er met Johanna zal gebeuren.
Verschenen Aart Wijnne Jr wednr van Batje Coops, zich staande te verandersaten, en Luichje Coops en Arend Wijnne als mombers van Johanna Wijnne zijn dochter maken een magescheid waarin wordt bepaald dat zij haar zal opvoeden en ten mondigen dage moeders sieraden klederen enz en in geld f2050,- zal uitkeren get 3 nov 1753
(Wat een beetje verwarrend is, want Luichje is de vader van Batje, niet de moeder). Vervolgens zit Arend niet bij de pakken neer maar trouwt in December 1753 met Johanna Vos. Dit is in vele opzichten een groot succes. Johanna overleeft tot 1791. Ze hebben samen elf kinderen alhoewel dat allemaal niet van een leien dakje gaat. Hendrik wordt geboren in 1754 en overlijd drie maanden later. Hendrik Gerrit (geen reden om een goede naam niet weer opnieuw te gebruiken) wordt geboren in 1759 maar overlijd twee maanden later. Drie maal is scheepsrecht: Hendrik Arend wordt geboren in 1760 en overleefd. De volgende overlevende kinderen zijn Everdus (1762), Gerard Rijkert (1765), Helena (1767), Wijnand (1769), en Jacomina (1771).
Arend wordt één keer genoemd in het breukcedulen boek: “Op 10 aug 1758 de jood Levi Salomon geeft klagelijk aan door Arend Wijnne Jr te zijn geslagen, Arend Wijnne zegt dat Levi zijn moeder voor een klungel en todde heeft uitgescholden, elk 2 pond”. Een todde?
Arends carrière schiet vooruit na het huwelijk met Johanna. Van 1753 tot ten minste 1768 was hij lid van de "gezworen gemeente" (soort gemeente raad) van Elburg. Van ongeveer 1759 tot ongeveer 1764 was hij samen met Evert Vos (de vader van Johanna) een leenman van het capittel van St Maria te Utrecht. Ook is nog bekent dat hij in 1768 gildenmeester uit het wolleweversgilde was en bovendien verantwoordelijk voor de pomp- en putemmers van de pomp op de Oudestraat (in geval van brand neem ik aan). In 1802 wordt aan hem gerefereerd als de oud schepen Arend Wijnne te Elburg. Natuurlijk vervolgt Arend ook de Wijnne traditie van boeren, handelen, en geld uitlenen. Met al die kinderen wordt het tijd voor een groter huis:
Verschenen Barend Stuurman als gevolm. van Arnoud Duurcant predikant te Ijsselmuiden en juffr Antonia Judith Wolfsen echtel. verkoopt voor f 2450,- aan Arend Wijnne en Johanna Vos echtel. een huis met een achterhuis en open plaats in de Vischpoort straat tussen Everd Albertsen en de Gerritje de Gansch wed. van wijlen Jan Buitenhuis staande get 4 dec 1762
Ondanks al het gehandel blijft er toch nog aandacht over voor mensen. Als Arend en Johanna in 1773 een huis en hof buiten de stad verkopen is dat onder de voorwaarde dat Jan Petersen en zyn vrouw in de kamer zullen blyven wonen met het schuurtje en 1 spint land zonder huur te betalen zolang zy leven. In 1806, overlijd Arend en zijn zoon Hendrik Arend schrijft een handgeschreven overlijdensbericht (zie Fig. 8):
Onze waarde en hartelijk geliefde Vader, Arent Wijnne, Oud Lid van de Magistraat dezer Stad, heden morgen om 6 uren, na een langdurig lijden en verval van Levenskrachten, uit dit Tijdelijk Leven van ons weggenomen zijnde, in den Ouderdom van ruim 81 jaren, geven wij daarvan aan alle Vrienden en Bekenden van den Overledene Kennis bij dezen.
H.A. Wijnne
Mede namens mijne broeders en zusters
Elburg 16 maart 1806
Vervolgens wordt de boedel van Arend Wijnne verdeeld volgens zijn testament opgemaakt in 1775: [...] Ik benoem tot mijn mede erfgenaam mijn dochter Johanna Wijnne gehuwd met Hendrik Vos bij mijn overleden vrouw verwekt. Een verandering, opgemaakt in 1804, komt echter als een donderklap voor Helena:
Verder een dispositie opgesteld in 1804 waarin bepaald dat zijn dochter Helena Wijnne alleen de opbrengsten van haar erfdeel niet zal mogen bezwaren maar alleen de opbrengsten genieten Met dien verstande nochtans dat zij door een beter levens gedrag naderhand, bij unanieme beslissing door mijn 4 zonen te nemen, dit kan worden opgeheven stellende tot executie dezes de secret. Hoefhamer en mijn 2 zoons Hendrik Arend en Wijnand Wijnne was get 8 aug 1804
O, o! Johanna is al voor 1801 overleden en haar erfgenamen, dochter Barta Vos en haar man Mr. D.G. van Hoeclum, verkopen Johannas aandeel terug aan de Wijnne's voor f6000. Op 30 Augustus komen Hendrik Arend, Everhard, Gerard Rijkert, en Wijnand met hun echtgenotes en vrijgezel Helena bijeen en verdelen de erfenis als volgt:
1e aan de ontvanger Hendrik Arend Wijnne een erf en goed onder Oldebroek aan de Bovenstreek "Hoxbergen" gen. best. uit een huis hof berg schuur schaapschoten zaai en weilanden bomen en houtgewassen thans in pacht bij Jan Eimertsen (Hoksbergen) waaraan oostw Ds A. Mooien. Westw mevr van Oldenbarneveld en de Eekterbeek zuidw het gemene veld en noordw Eibert Visch gelandet is Verder nog een erf onder Heerde buurtschap Hoorn best. uit een huis berg schuur en schaapschoten opgaande bomen etc wei en zaailanden zoals thans door Jacob Bakker bemeierd wordt Verder nog een erf en goed onder Epe buurtschap Norel "Bijsterbos" gen. best. uit een huis hof berg en schuur en 2 schaapschoten wei en zaailanden enz thans in pacht bij Jacob Klaasen met een uitgang aan de kerk te Epe van 3 schepel rogge
2e aan Everhardus 4 gresen "de Delle" gen. onder Elburg waaraan o.a. westw "Villors" en noordw de Robbertsmaten gelandet zijn nog 5 gresen "het Bergkampje" in de Nieuwstad in pacht bij Evert Nagelhout enz nog 7 gresen naast het vorige in pacht bij Aart van Dracht nog 6 schepel aan de Steenstraat gelegen enz nog 6 schepel achter Putten waaraan noordw de Haarbeek enz nog een hof met een huisje buiten de Mheenpoort enz en eindelijk een nationale schuldbrief van f 1000,-
3e aan Gerhard Rijkert een erf op de Horst best. uit een huis hof berg en schuur wei en zaailanden bomen en houtgewassen zoals door Willem Reiersen Vos bewoont wordt en 7 schepel in "de Dam" onder Oosbeke in pacht bij Jan Jansen van de Bosch enz enz nog een huis binnen Elburg in de Vischpoortstraat no 94 met de stalling daarachter en een huisje no 86 in gebruik bij Eibertje van Koot en J.F. Andrau Nog een berg staande bij de molen op grond van Helena en nog een mudde land onder Elburg in de Nieuwstad in gebruik bij Everhardus enz
Nog 7 gresen onder Elburg over de Meehn in pacht bij Hendrik Hendriks aan het Mheenwegje aan de Zomerdijk enz dan nog 4 1/2 gres over de Mheen in pacht bij Everhardus enz en een hof voor de Goorpoort met een tuinhuisje in pacht bij Johannes Job dan nog het bosje "het Broeksje" gen, nevens "de Stobbenakker" onder Epe aan de Pisstraat en een hoekje onder Staveren in erfpacht bij de diaconie van Epe en nog een bosje bij Jan Wind onder Emst en 50 bomen in de Gortelerbos verder nog 1/8 in 2 kampen in het Eektermerk in het gemeen met de weesmeester Evert Vos en Wijntje van Zuuk indertijd echtel. en een nationale schuldbrief van f 1000,-
4e aan Wijnand de helft van het erf "de Vinkenberg" onder Werfhorst gelegen in pacht bij Jan Hannesen verder 16 gresen in 4 kampen in het Noordermerk en 8 gresen in Bolsmerk in pacht bij Jacobus van Sittert nog 3 mudde onder Elburg in pacht bij de wed. Gerrit Top en nog 2 schepel aan de Molenweg in pacht bij Teunis Harmsen Pik en 6 schepel "het Hofjesland" gen en een hof buiten de Mheenpoort met een tuinhuisje in gebruik bij Helena en verder "het Zweertsland" onder Epe buurtschap Zuuk met een uitgang aan het capittel te Utrecht van 14 schepel half gerst en rogge en 50 bomen in de Gortelerbos en een obligatie groot f 130,- ten laste van Jan Mendel
5e aan Helena een erf en goed onder Oostendorp best. uit een huis hof berg en schuur wei en zaailanden enz gedeeltelijk onder Oldebroek gelegen in pacht bij Dries Aaltsen met een uitgang aan het gilde te Oldebroek van 5 schepel rogge Verder een huis en Wheeme staande aan de Oldestraat noorder kwartier no 78 bewoont door Abraham de Vries
Nog een mudde onder Elburg in pacht bij Machiel Willems enz op welk land een berg staat van Gerrit Rijkert met altoos recht om te onderhouden nog 6 gresen onder Elburg en 6 gresen daarnaast in pacht bij Gerardus nader omschreven en nog een bod "de Ledderhoksebos" gen onder Epe buurtschap Zuuk en een nationale schuldbrief van f 100,- en de helft van zo'n brief van f 100,- gemeen met de wed. Munnik en een obligatie groot f 200,- ten laste van Abraham de Vries te Elburg actum Coram Julien en Zegerius den 30 aug 1806
Kennelijk waren de broers het met elkaar eens dat Helena haar leven inderdaad gebeterd had. Wat er precies aan de hand was met Helena (behalve dan dat zij niet getrouwd was) weet ik ook niet. Echter, uit een ander stuk blijkt dat zij rond 1802 enige tijd in Amsterdam was en daar zelfs een testament op had laten maken. In 1804, is zij weer terug in Elburg en herbenoemd haar broers als erfgenamen.
Wijnanda Wijnne (1738?-1809)
Wijnanda Wijnne is vermoedelijk een dochter van Hendrik Wijnne alhoewel daar bewijs voor ontbreekt. Zij trouwde in 1753 met Teunis Everts Vos. Het is nogal opmerkelijk dat de kinderen van Hendrik Wijnne allemaal “deftig” trouwden: Arend Wijnne met een Vos, Geertruid Wijnne met een Top, en Wijnanda Wijnne ook met een Vos. En dan Arend Wijnnes kinderen: Johanna met een Vos, Hendrik Arend met een Top, en Everardus met een Top. Is hier sprake van een Top-Vos-Wijnne kliek? Interessant in dit opzicht is dat Wijnanda en Teunis worden genoemd in het breukcedulen boek van 1754: “Teunis Vos en Wijnanda Wijnnen echtel. omdat in echt voor hun trouwen een kind verwekt is”.
Teunis en Wijnanda kopen in 1759 voor f1150 een doorgaand huis in de Westerbloemstraat en in 1764 opnieuw een doorgaand huis met stal en hof in de wester Bloemstraat voor f4425. In 1789 worden ze genoemd als rentmeester en rentmeesteresse van het Feythenhof:
Verschenen Teunis Vos Ezn en Wijnanda Wijne echtel. welke als rentmeester en rentmeesteresse van het Feythenhof voor f 2500,- zich borg stellen voor de goede administratie enz enz. en stellen verder hun bezittingen, getaxeerd door Jacobus Ruisch als meester metselaar en Jan Feyth als meester timmerman, als onderpand enz enz. get 27 juni 1789
In 1799 overlijdt Teunis en Wijnanda schrijft een overlijdensbericht (zie Fig. 9): Elburg 23 Maart 1799 overleed Teunis Vos, rentmeester van het Feijtenhof, 64 jaar en 2 maanden, na 46 jarig huwelijk met Wijnanda Wijnnnen. In 1802 wordt het Wijnanda allemaal een beetje teveel en zij verklaart wegens het omslachtige beheer van haar boedel in haar ouderdom [..] afstand [te doen] van haar goederen ten behoeve van haar kinderen met namen Petrus, Evert, Jan, Wijnand, Willem, Gerhardus en Egbert Jan Willem van Dompselaer en Dilliana Vos echtel. ieder voor een gelijk aandeel. Teunis en Wijnanda hadden acht kinderen. Het zesde kind, Wijnand Vos geboren in 1765, overlijd in 1805 op veertigjarige leeftijd. Zijn moeder schrijft een overlijdensbericht (zie Fig. 10):
Met droefheden overladen, doe ik door deze aan Bloedverwanten en Bekenden ter kennisgeving, dat het den Albestierenden God, naar zijnen wijzen wil en Schikking, heeft behaagd, hedenavond mijnen geliefden zoon, Wijnand Vos, wie den ouderdom van 40 jaren en 9 maanden heeft mogen bereiken, aan de gevolgen van Onpasselijkhedens op het Zenuwengestel en bijkomend Toeval, op het alleronverwachtst, zeer schielijk van mijn zo teder Moederhart weg te nemen, en zo ik hope en vertrouwe tot Zich in Zijne volzalige gelukstaat overtebrengen.
Elk gevoelig hart zal ligtelijk met mij kunnen beseffen, hoe zeer drukkend deze slag naar mij, in mijne zo hooggeklommen jaren zij, daarbij nog (sints bijna 7 jaren van mijn dierbare Wederhelft en Gade verlaten) nu tot eene mede steun in mijne ouderdom verstre.(?) . Volkomen overtuigd van de deelneming mijner Vrienden en Bekenden in deze mijne omstandigheden, verzoeke van Condoleantie Brieven verschoond te blijven. -
Wijnanda Wijnne
Wed. T. Vos
Mede namens mijne Kinderen
Elburg 24 November 1805
In december 1809 overlijdt Wijnanda zelf.